Een gereglementeerde vastgoedvennootschap zoals Inclusio, die volop inzet op duurzame groei in een segment dat benadeelde groepen kwalitatieve huisvesting wil bieden met een sociale impact, hecht veel belang aan governance. De input van een gespecialiseerde partij als Guberna is daarbij van grote toegevoegde waarde, zo blijkt uit een dubbelgesprek met Françoise Roels, de nieuwe voorzitster van de raad van bestuur van Inclusio, en Sandra Gobert, de CEO van Guberna.
Sandra Gobert, de CEO van Guberna.
“Het is heel belangrijk om de dynamiek binnen een raad van bestuur goed aan te voelen,” steekt Françoise Roels van wal. “Het is een punt om goed te weten met wie je rond de tafel zit, wat de gevoeligheden zijn van eenieder, en waar ieders specialisatie ligt. Mijn eerste weken heb ik dus veel tijd hierin geïnvesteerd. Tijdens de eerste raad van bestuur heeft dit zijn vruchten afgeworpen. De analyses die ik van onderuit meegekregen heb, heb ik gedeeld om te kijken of er draagvlak voor is. Dat is volgens mij een goede manier geweest om te starten.’
Françoise Roels, Inclusio.
Impact
Inclusio wil een sociale stempel drukken op het vastgoed dat ze verhuurt aan de mensen die haar woningen betrekken. Een goede governance is hiervoor essentieel. Sandra Gobert licht toe: “We moeten ons ook en vooral de vraag stellen wat de mogelijke valkuilen zijn voor een voorzitter bij de aanvang van zijn/haar mandaat. Er zijn een aantal best practices, zoals goed luisteren. Dat geldt zeker als je als voorzitter niet-bestuurder aan boord komt van een beursgenoteerd bedrijf. Je moet niet te snel alles willen veranderen, je moet ook handelen met respect voor de bestaande structuren. Belangrijk is ook dat de voorzitter de agenda van de raad van bestuur goed in handen houdt en rekening houdt met de dynamiek van de groep.”
Gobert vermeldt ook dat een voorzitter zeker in een kleine vennootschap nauwe banden moet onderhouden met de CEO en de andere leden van het managementteam, zodat informatie vlot doorstroomt en tot bij de juiste mensen geraakt. Een wekelijks overleg met de CEO is een goede regelmaat omdat een voorzitter de brug maakt tussen het management en de raad van bestuur.
Ethiek
Voor elke beursgenoteerde onderneming gelden er strenge ethische regels, en dat is niet anders bij een gereglementeerde vastgoedvennootschap als Inclusio. Naast zakelijke opportuniteiten zijn er binnen zulke vennootschappen ook altijd enkele mogelijke belangenconflicten. Gobert legt uit: “Het kan gaan om mensen die in de raad van bestuur zetelen en ook relaties onderhouden met andere vastgoedvennootschappen, wat logisch is gezien hun expertise en netwerk, of bijvoorbeeld actief zijn in de financiële sector. Dat hoeft niet per se een probleem te zijn, maar die banden moeten wel transparant gemeld worden. Het is immers mogelijk dat er geen tegengestelde, maar wel gekruiste belangen bestaan. Daar moet heel open en transparant mee omgegaan worden. Bij Inclusio bestaan daar alvast procedures voor.”
Een ander belangrijk punt is de manier waarop de investeringsdossiers behandeld worden. Bij vastgoed- en investeringsmaatschappijen is dat een punt van aandacht. “Soms is dit veel te operationeel en komen alle investeringsdossiers op de raad van bestuur, of anders worden alle dossiers door het management bijgehouden en komt er nog maar heel weinig op de raad. Een evenwicht vinden is zaak, zodat ze goed behandeld worden en op een strategische in plaats van op een ad hoc manier. Ook rapportering is belangrijk in deze,” bevestigen Gobert en Roels unisono.
Financiële resultaten
Tot slot zijn zowel Gobert als Roels ervan overtuigd dat een goede governance zich ook weerspiegelt in de financiële performantie. Roels: “De financiële resultaten van Inclusio zijn inderdaad zeer goed dankzij een sterk operationeel team, voorspelbare cashflows dankzij langetermijncontracten en nauwe opvolging van de huurdossiers en een goede kostencontrole samen met een mooie pipeline aan projecten. Het strategische luik wordt verzekerd door een goed werkende raad van bestuur. We kunnen dankzij onze statuten investeren in andere impactvolle sectoren, en dat zorgt ervoor dat we op lange termijn kunnen blijven investeren in kwalitatieve huisvesting met een sociaal oogpunt, een belangrijk element in de strijd tegen armoede.”
Sandra Gobert bevestigt tot slot dat purpose, de zingeving van een vennootschap, een belangrijk bindmiddel is voor verschillende managementactoren, zoals het management, de werknemers en andere stakeholders, zoals de bewoners. “Door de purpose zit iedereen op dezelfde lijn en heb je minder conflicten over de bestaansreden van de vennootschap.” Bij Inclusio is deze sociale purpose ingebed in het DNA van de vennootschap. “Hierdoor kunnen we het verschil maken,” besluit Roels.